Gedurende miljoenen jaren heeft de Maas zich van uit het zuiden een weg
gezocht naar de zee. Tijdens de ijstijden nam ze grote hoeveelheden puin,
waaronder vooral keien, mee vanuit de Ardennen en zelfs een tijdlang vanuit de
Vogezen in Frankrijk.
Ongeveer 500.000 jaar geleden zette ze zo, tijdens een ijstijd, een
enorm pakket puin af in het noordoosten van onze provincie onder de vorm van
een grote driehoekige puinkegel, die nu overeenkomt met het Kempens plateau. We
noemen dit ook wel het hoogterras.
Daarop volgde er een afwisseling van nog 2 ijstijden en 3
tussenijstijden.
In de tussenijstijden ging de Maas zich in dit puin insnijden en zo de
huidige Maasvallei vormen. Tijdens de ijstijden bracht ze opnieuw puin mee en
zette dit af in de Maasvallei en zo ontstonden het middenterras en de
laagterrassen, waar uiteraard ook grind voorkomt.
Tijdens de laatste ijstijd brachten strakke noordenwinden grote
hoeveelheden zand mee die afgezet werden op het Kempens plateau, het
middenterras en in mindere mate op het laagterras. Dit verklaart waarom er
boven op het grind nog een zandlaag voorkomt.
Tenslotte ging de Maas gedurende de laatste 10.000 jaren in een brede
strook door regelmatige overstromingen een vruchtbare laag van zeer fijn zand
en klei afzetten, waardoor de alluviale vlakte ontstond. Hierbij ging de Maas
regelmatig van plaats veranderen en zo ontstonden er in het Maasland veel
verlaten oude beddingen, soms nog met water gevuld en daarom Oude Maas genoemd.
En zo komt het dat we op korte afstand van elkaar twee verschillende
biotopen aantreffen: de arme zandgronden van de Kempen en het vruchtbare alluvium
langs de Maas, elk met hun typische fauna en flora.
Marcel Bex, natuurgids, natuurfotografie
www.marcelbexfotografie.blogspot.com
klik op de foto om te vergroten